Home

De Troonrede en de blinde vlek van digitale veiligheid

Femicide. Veiligheid van vrouwen en queer mensen op straat. Het stond dit jaar voor het eerst in de Troonrede. Een doorbraak: eindelijk erkenning dat onze veiligheid geen luxe is, maar een basisvoorwaarde. Toch dringt zich meteen een vraag op: waar blijft de aanpak voor betere digitale veiligheid?

Want veiligheid of liever onveiligheid speelt zich al lang niet meer alleen af op straat. Deepfakes, sextortion en online intimidatie zijn de nieuwe vormen van geweld. En wie treft dat het hardst? Vrouwen, jongeren, queers en andere groepen die al vaker kwetsbaar zijn. Hun digitale werkelijkheid blijft volledig buiten beeld.

Daar komt bij dat Nederland deze zomer is opgeschrikt door een groot datalek bij Clinical Diagnostics, een laboratorium dat in opdracht van onder meer Bevolkingsonderzoek Nederland testen verwerkt van onderzoek naar baarmoederhalskanker, peniskanker en andere ziektes. Heel gevoelige gegevens. En juist die kwamen in handen van hackers.

Door de hack kwamen medische en persoonlijke gegevens van duizenden mensen, vooral vrouwen, op straat te liggen. De communicatie die daarop volgde en de reactie van de overheid was ronduit lauw te noemen. Demissionair minister van Volksgezondheid Daniëlle Jansen noemde de hack bij Clinical Diagnostics een “ontzettende schok” en riep deelnemers op deel te blijven nemen aan bevolkingsonderzoeken. Maar tot concrete acties kwam het niet. Reden voor de Digitale Dolle Mina’s om op te staan en aandacht te eisen voor online veiligheid, betere bescherming van gevoelige data, en het strafbaar stellen van nalatigheid. Zie hiervoor ons eerste opiniestuk.

Een groot datalek als deze raakt het fundament van vertrouwen in publieke instellingen en hoe zij met de veiligheid van onze data omgaan. Het is vervelend voor de minister dat ze dit als ‘een ontzettend grote schok’ ervaart, maar laat het daar niet bij. Neem écht maatregelen! Want dit raakt niet alleen het vertrouwen van mensen in het publieke domein, maar ook in de gezondheidszorg en in de veiligheid van digitale oplossingen. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens veilig zijn. Hoeveel vrouwen nu afzien van een uitstrijkje, is niet na te gaan, maar elke twijfelaar door deze hack is er één te veel.

En ook hier geldt: het zijn vaak vrouwen en queer personen die in zulke dossiers de zwaarste risico’s dragen. De gegevens die zijn buitgemaakt kunnen in de verkeerde handen leiden tot chantage, reputatieschade of zelfs direct fysiek gevaar voor deze groepen. Digitale veiligheid is dus geen abstract vraagstuk, maar raakt direct aan gezondheid, privacy en bestaanszekerheid.

Diezelfde blinde vlek zien we bij andere dossiers. Bij de toeslagenaffaire waren het vooral moeders die hun leven opnieuw moesten opbouwen. Bij migratie zijn het vrouwen en kinderen die vaak het zwaarst worden geraakt. En in oorlogen, van Gaza tot Oekraïne, zijn het opnieuw zij die disproportioneel lijden. Toch wordt hun perspectief zelden benoemd in beleid of politieke speeches.

Vanaf jonge leeftijd krijgen meisjes en vrouwen ermee te maken dat gedrag in de fysieke wereld zich vermenigvuldigt in de digitale wereld (van denigrerende opmerkingen, dickpics tot structureel lastigvallen, stalking online). Dat de overheid erkent dat zij zich soms onveilig voelen is een eerste stap. Maar erkenning alleen geneest geen trauma’s, verandert geen levens en biedt geen nachtrust. Voor vooruitgang moeten gender en digitale veiligheid structureel worden meegenomen in beleid: van kunstmatige intelligentie tot migratie, van economie tot buitenlands beleid. En het maakt dus niet uit of dat fysiek is of in de digitale wereld. Zoals de Dolle Mina’s met ‘Baas in eigen buik’ streden voor gelijke vrijheid, moeten we nu ook strijden voor gelijke veiligheid, offline én online.

De Digitale Dolle Mina’s https://digitaledollemina.nl/